Vrijwel iedereen maakt er weleens gebruik van; de huisartsenpost (HAP). In dit medisch en regionaal centrum werken meerdere artsen samen buiten de normale praktijktijden. Het is bedoeld voor acute en dringende zorgvragen. Nivel onderzoeker Tessa Jansen, promovendus aan de Universiteit van Amsterdam, onderzocht of mensen met een lage sociaaleconomische positie (SEP) of hoge sociaaleconomische positie vaker gebruik maken van de HAP. In dit artikel lees je daarvan de uitkomst.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met een lage sociaaleconomische positie twee keer zo vaak gebruikmaken van de huisartsenpost als mensen met een hoge sociaaleconomische positie. Bij iedere trede lager in de SEP-rangorde (dat wil zeggen, een lager inkomen of een lager opleidingsniveau) maken mensen meer gebruik van de huisartsenpost. Kortom, hoe lager de SEP, hoe hoger de HAP.
Hervorming langdurige zorg
Tevens maken mensen met een chronische aandoening (zoals diabetes) ook meer gebruik van de huisartsenpost, zo concludeert Jansen. Dit is opvallend, omdat het niet voor de hand ligt om met een chronische klacht naar huisartsenpost te gaan. De huisartsenpraktijk zou logischer zijn. Over het algemeen leven mensen met een lagere SEP minder gezond, maar het hebben van een bepaalde ziekte verklaarde deze verschillen niet. De hervormingen in de langdurige zorg bleken geen effect te hebben op het HAP-gebruik. Samengevat; de mate waarin mensen gebruikmaken van de HAP kunnen we relateren aan SEP, maar niet aan andere factoren die een rol zouden kunnen spelen.
Resultaten promotieonderzoek
Het probleem wordt mogelijk veroorzaakt door complexe zorgvragen. Mensen met een kwetsbare sociaaleconomische positie lijken te weinig aansluiting te vinden in de zorg. De resultaten uit een eerder onderzoek bevestigen dit; “Met de resultaten uit mijn promotieonderzoek kun je hierop doorredeneren; de HAP lijkt te voorzien in het beantwoorden van een onvervulde zorgvraag van deze kwetsbare groep. Kortom, de HAP dient op deze manier als een vangnet”, aldus Jansen.
Jansen heeft voor haar onderzoek gebruik gemaakt van gegevens van huisartsenposten en praktijken die deelnemen aan de Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn.
Auteur: redatie Zuster Jansen