Uit een onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat grote zorgverzekeraars meer reserves hebben dan wettelijk vereist is. Volgend jaar variëren de premieverhogingen van vier tot negen euro. Echter, volgens de Consumentenbond kan die stijging wel iets ingeperkt worden, omdat de verzekeraars “nog veel vet op de botten hebben”, aldus een woordvoerster van de Consumentenbond.
Grootste oppotters
Net als voor 2013, 2014 en 2015 heeft de Consumentenbond ook voor 2018 onderzoek gedaan naar de financiële situatie van grote zorgverzekeraars. Uit het onderzoek van de vereniging zonder winstoogmerk kan geconcludeerd worden dat zorgverzekeraars steeds meer winsten en reserves uit eerdere jaren gebruiken om premiestijgingen te beperken. Echter, de mate waarin zorgverzekeraars de premie beperken verschilt behoorlijk. Zo stelt de Consumentenbond dat Achmea, CZ, VGZ, Menzis en DSW de grootste oppotters zijn. Achmea heeft een pot van 700 miljoen euro, CZ en VGZ volgen met overschotten van rond de 660 miljoen euro, vervolgens komt Menzis met 256 miljoen euro en DWS heeft 82 miljoen euro meer in kas dan nodig. Volgens de directeur van de Consumentenbond, Bart Combée, had het geld beter naar de verzekerden kunnen gaan via een verlaging van de maandelijkse premies;
“Jarenlang maakten zorgverzekeraars torenhoge winsten en hielden ze ook nog eens overdreven hoge reserves aan. Maar we vinden nog steeds dat reserves niet hoger hoeven te zijn dan wettelijk vereist. Het geld dat over is, kan en moet terug naar consumenten. Een ideale verzekeraar pot geen onnodig hoge reserves op, heeft een lage premie en een efficiënte bedrijfsvoering”, aldus Combée.
Anderzorg het beste uit de test
De Consumentenbond bestempelt Anderzorg, onderdeel van Menzis, als de meest ideale zorgverzekeraar op basis van de drie criteria. Anderzorg pot niet onnodig hoge reserves op, hanteert lage premies en er is sprake van een efficiente bedrijfsvoering.
Risico´s opvangen
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) geeft aan verbijsterd te zijn door de uitlatingen van de Consumentenbond. Volgens hen zouden zorgverzekeraars dan geen buffer meer hebben om eventuele risico’s mee op te vangen. Ook Menzis stelt dat 500 euro, het wettelijke minimum per verzekerde, geen veilige marge is.
“Als zorgverzekeraars de reserves in een keer verder verlagen, levert dat hooguit één jaar een lagere premie op. De jaren daarna zal de premie met grote stappen stijgen. Om juist dit te voorkomen en om stabiliteit te bieden, zetten zorgverzekeraars hun reserves geleidelijk in”, aldus Zorgverzekeraars Nederland.
Kortgeleden publiceerde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de jaarlijkse Monitor Zorgverzekeringen 2018. In deze monitor werd een daling van de reserves van zorgverzekeraars geconstateerd, maar er zou nog steeds geld op de plank liggen. Toch waarschuwt de NZa voor premiestijgingen; “Er is een kans op forse premiestijging als zorgverzekeraars en zorgaanbieders geen afspraken maken om de stijging van de zorgkosten te beteugelen”, zo meldt de website van NZa.
Auteur: Karel de Vries, redactie Zuster Jansen