Omgaan met dementie als familie en mantelzorger

Hoe kunt u het beste omgaan met uw dementerende moeder, vader of partner? In dit artikel geven we praktische tips. Ook geschikt voor andere mantelzorgers!

We geven tips bij beginnende dementie, én voor wanneer de ziekte ver(der)gevorderd is.

Dit is deel 2 van onze blogserie over omgaan met dementie

Vindt u in dit artikel niet de tips die voor u bedoeld zijn? Dan vindt u die zeker wél in 1 van de andere delen uit deze serie:

Tip bij beginnende dementie: gun uzelf de tijd

U heeft pas het nieuws gekregen: uw naaste heeft dementie. Wat nu?

Dementie is normaal gesproken niet acuut: in het begin merkt u het aan kleine dingen. Pas later worden de problemen groter.

In het beginstadium is de belangrijkste tip dan ook: gun uzelf de tijd. De tijd om te wennen aan het idee.

En gun uzelf de ruimte om fouten te maken. Want makkelijk is het nooit. Niet in het begin, zeker niet later. U bent ook maar een mens!

Zolang u maar actief zo goed mogelijk probeert om te gaan met de dementie van uw naaste. Probeer zo begripvol mogelijk te zijn.

Gaandeweg leert u. En weet u hoe u er het beste mee om kan gaan.

Tip: geef uw naaste houvast

Door de dementie verliest uw naaste veel zekerheden. Dingen die altijd zo vanzelfsprekend waren, verdwijnen langzaam maar zeker. Uw naaste heeft dus behoefte aan houvast.

U kunt een grote rol spelen om dat houvast te bieden:

  • Zorg voor een zo vast mogelijke dagelijkste structuur. Mét rustmomenten. Zodat uw naaste het allemaal even kan verwerken.
  • Schrijf alle dagelijkse onderdelen duidelijk op. Bijvoorbeeld op een kalender. Laat uw naaste de dingen afstrepen zodra die zijn geweest.
  • Hang een duidelijke klok op. Vraag uw naaste regelmatig daarnaar te kijken. Zo houdt hij/zij grip op de dag.
  • Zorg dat uw naaste u kan volgen. Dat betekent bijvoorbeeld: meer tijd nemen voor het huishouden. Als er veel dingen snel na elkaar gebeuren, zorgt dat voor onrust.

Tips om beter te communiceren met uw naaste

Hoe verder de dementie gevorderd is, hoe lastiger het kan worden om te communiceren. Daar kunt u gelukkig veel tegen doen:

  • Gebruik zo veel mogelijk beelden. Die zijn voor u naaste beter te herkennen dan taal. Vooral beelden van vroeger spreken aan. Ga dus bijvoorbeeld samen veel foto’s bekijken.
  • Zorg dat u naaste zich gekend en gezien voelt. Door hem/haar aan te raken én kijken als jullie praten.
  • Gebruik korte zinnen. Met slechts één boodschap. Wacht even tussen zinnen, zodat u naaste de informatie kan verwerken.
  • Praat niet te snel, te hard of juist te zacht (fluisteren). Spreek vooral duidelijk. Maar let op: praat niet alsof uw naaste een klein kind is.
  • Ga uw naaste niet ‘overhoren’, bijvoorbeeld door hem/haar de namen van vrienden of familie op te laten noemen.
  • Weersta de neiging om uw naaste te verbeteren. Spreek hem/haar niet tegen. Confronteer hem/haar niet onnodig met wat hij/zij niet meer weet of kan.
  • Laat zo veel mogelijk ruimte om samen te lachen. Maak grapjes met elkaar. Houd het zo leuk en luchtig mogelijk.
  • Maar voelt u zich niet vrolijk? Doe dan niet alsof. Uw naaste prikt daar snel doorheen. Wees juist open over hoe u zich voelt. Blijf zo open mogelijk communiceren!

Tip: stimuleer de zintuigen en hersenen van uw naaste

Door de zintuigen en hersenen van uw naaste te stimuleren, kunt u het verloop van de ziekte vertragen. Zorg dus voor een vaste dagstructuur (zie eerdere tip) met actieve elementen:

  • Zorg voor beweging. Wel op een manier die bij u én uw naaste past: wandelen, een vorm van sport, tuinieren, etc.
  • Zorg voor uitdagingen. Wederom op een passende manier. Bijvoorbeeld door te puzzelen of spelletjes te spelen.

Een voorwaarde is natuurlijk wel dat uw naaste het ook wil. U heeft er niets aan als u iedere keer weer moet strijden om iets te gaan doen.

Een laatste tip: laat uw naaste het voorwerp zien, ruiken en aanraken waar u het over heeft. Indien mogelijk, natuurlijk. De kans is dan veel groter dat hij/zij u begrijpt.

Tips om verder te lezen

Online vindt u nog veel meer tips over omgaan met dementie van uw naaste: