Patiënten ervaren regelmatig onnodige zorg en dat is zonde van de waardevolle tijd én het kost een hoop geld. Bij maar liefst 40 procent van de patiënten die de afgelopen twee jaar zorg heeft ontvangen, werd er (naar hun idee) soms ook onnodige zorg verleend. Dat blijkt uit een onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland. Waar gaat het “mis” en kan winst behaald worden?
Zo’n 11 duizend patiënten maakten deel uit van het Zorgpanel. Zij gaven verschillende vormen van onnodige zorg aan: te veel medicatie (20 procent), onnodige vervolgafspraken (19 procent), onnodige medicatie (18 procent), onnodige onderzoeken (9 procent) en onnodige operaties/behandelingen (7 procent). Volgens directeur-bestuurder van de Patiëntenfederatie Arthur Schellekens kan de zorg dus nog een stuk passender en efficiënter: “Niet alle zorg die als onnodig ervaren wordt, is ook echt onnodig. Maar dit is wel een heel duidelijk signaal waar we mee aan de slag moeten. Zeker gezien de huidige druk op de zorg.”
Patiënten missen luisterend oor
Toch blijkt er ook uit het onderzoek dat patiënten zich vaak niet gehoord voelen. Dat weerhoudt ze ervan om het gesprek met de zorgverleners aan te gaan. “De ervaring en kennis van patiënten worden nog veel te weinig benut om de zorg in Nederland passender te maken. ” Zorgverleners weten zelf natuurlijk alles over hun deel van de zorg, maar patiënten kunnen ook heel goed aangeven wat er bij hen past. “Dat moet samenkomen door het goede gesprek met elkaar te voeren. Patiënten moeten leren zich uit te spreken, zorgverleners moeten hen daartoe aanmoedigen en hier ruimte voor geven. Voor passende zorg is de visie van de patiënt namelijk onmisbaar.”
Veranderingen doorvoeren
Er zullen op meerdere vlakken veranderingen doorgevoerd moeten worden om onnodige zorg te verminderen. Zo moet de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen huisartsen, apothekers, ziekenhuizen en andere zorginstellingen in Nederland anders ingericht worden. Uit de resultaten blijkt namelijk dat patiënten vaak meerdere malen een onderzoek moeten, omdat zorgprofessionals en/of zorginstellingen niet bij alle patiëntgegevens kunnen en weinig of zelfs niet met elkaar communiceren.
Digitaal in plaats van fysiek
Daarnaast moeten patiënten vaak onnodig naar (controle)afspraken. Zij vragen zich dan ook af of de fysieke controles nog wel noodzakelijk zijn. Zelf denken ze dat veel van deze afspraken ook digitaal plaats kunnen vinden. “Voor een uitslag van een darmonderzoek werd ik speciaal uitgenodigd om te komen. Dit had voor mij ook telefonisch gekund omdat de uitslag goed was”, zo vertelt één van de deelnemers.
Er zijn ook al patiënten die hun waardes zelf monitoren. Zij willen alleen langs hun arts gaan wanneer de waardes afwijkingen vertonen. Toch worden ze regelmatig door hun arts opgetrommeld voor een check. Volgens Schellekens kan hier nog veel vooruitgang geboekt worden: “Veel patiënten maken graag gebruik van nieuwe, digitale mogelijkheden. De fysieke zorg moet daar vervolgens op aangepast worden. We zien dat dit soms niet snel genoeg gaat.”
Auteur: redactie Zuster Jansen