Het is allang bekend dat mantelzorgers onmisbaar zijn. De zorg kampt immers met grote personeelstekorten. Wordt het dan ook niet tijd dat deze ‘informele zorg’ veel meer gaat samenwerken met de ‘formele’ zorg? Oftewel: horen mantelzorgers niet tot het zorgteam met professionele zorgverleners?
De noodzaak hiervoor onderschrijft iedereen wel. Maar hoe moet dat in de praktijk vormgegeven worden? Hoe kan de samenwerking zo georganiseerd worden, dat die gelijkwaardig is?
Het zal hoe dan ook erg wennen worden, voor beide partijen. Maar antwoorden op bovenstaande vragen worden steeds belangrijker. Met name omdat er alleen maar meer beroep gedaan zal worden op mantelzorgers.
Een praktijkvoorbeeld
Beeld je bijvoorbeeld de volgende situatie in:
Een man zorgt al jarenlang thuis voor zijn zieke vrouw met diabetes. Maar zij heeft ook verpleegkundige zorg nodig, die hij niet kan bieden. Daarvoor heeft hij dus ondersteuning thuis nodig.
Dan wordt zijn vrouw zieker: ze krijgt er dementie bij. Vroeg of laat komt er een moment dat thuis wonen niet meer verantwoord is. Ze moet dus naar het verpleeghuis.
In het verpleeghuis is de mantelzorgrol van de man niet uitgespeeld. Integendeel: het is juist belangrijk dat hij zijn zorg kan voortzetten. Voor hem, maar vooral ook voor zijn vrouw. Dat dit kan, is echter niet vanzelfsprekend:
Zowel het verpleeghuis als de medewerkers daar moeten zich aanpassen. Zijn daar werkprocessen voor? Meestal nog niet. Beide partijen moeten met name in gesprek gaan: wat zijn de wensen en verwachtingen? En: hoe kan de ene partij de beperkingen van de andere aanvullen?
Aftasten en elkaar serieus nemen
In sommige gevallen gaat de samenwerking tussen mantelzorg en formele zorg al best goed. Maar het blijft altijd aftasten: van beide kanten moet er vertrouwen en respect zijn. Een erkenning van elkaars rol, en de waarde daarvan voor de zorg. Want professionals kunnen wel degelijk wat leren van de expertise van mantelzorgers. En omgekeerd, uiteraard. Communicatie is cruciaal.
Nog een praktijkvoorbeeld in dit kader:
Een zorgmedewerker komt op vaste dagen en tijden bij iemand thuis, om een dementerende persoon gezelschap te houden. Hij of zij komt met name om te wandelen met de hulpvrager. Dat is fijn, want zo heeft de mantelzorger even vrij.
Maar wat als op die dag de dementerende heel onrustig is? Dan gaat het wandelen misschien helemaal niet. Of er ontstaan problemen tijdens het wandelen. Dit moet de zorgverlener dan wél weten. En die moet op zijn of haar beurt vertrouwen hebben in het oordeel van de mantelzorger.
Informele en formele zorg kunnen niet zonder elkaar
Er valt nog veel te ontdekken en leren op dit gebied. Duidelijk is in ieder geval dat beide partijen elkaar nodig hebben. Nu al, maar zeker ook in de toekomst.
Heeft u mantelzorg nodig?
Denk dan goed om uw mantelzorger. Overbelasting ligt altijd op de loer. U kunt zijn/haar last verlichten met aanvullende particuliere thuiszorg.
Auteur: reactie Zuster Jansen