Net als veel andere zorgsectoren, klaagt ook de wijkverpleging over de te krappe tarieven. Ondertussen lijkt de zorg ‘gewoon’ door te gaan: nieuwe, nog soberdere contracten worden afgesloten door zorgverzekeraars. Maar ondertussen wordt de wijkverpleging steeds verder afgebroken…
Wat is er precies aan de hand? Hieronder leggen we het zo helder mogelijk uit.
Wijkverpleging in de rode cijfers
Veel zorgorganisatie die wijkverpleging bieden, draaien daar verlies op. Alleen omdat ze ook andere vormen van zorg bieden, weten ze in totaal uit het rood te blijven.
Dit heeft wel degelijk gevolgen voor de kwaliteit van de zorg. Want om te bezuinigen (vanwege die te krappe tarieven), worden bijvoorbeeld opleidingstrajecten uit- of afgesteld. Evenals investeringen in nieuwe technologie of verduurzaming.
Daarnaast is er steeds minder aandacht voor andere randvoorwaarden voor goede zorg. Bijvoorbeeld de samenwerking met ketenpartners.
Er moet dus eigenlijk simpelweg meer gerekend worden voor wijkverpleging. En bepaalde kosten zouden doorberekend kunnen worden in de tarieven. Maar zorgorganisaties zijn bang dat verzekeraars dan andere partijen contracteren die dat níet doen, en dus goedkoper zijn.
Zo krijg je zelfs de situatie dat organisaties onder de kostprijs bieden. Óf er moeten meer zorguren aan meer cliënten gemaakt worden. Waardoor de werkdruk voor medewerkers weer enorm oploopt.
Wijkverpleging dreigt vast te lopen
Als de situatie niet verandert, gaat de wijkverpleging een keer vastlopen. Want aan de ene kant zijn de tarieven te laag. Terwijl aan de andere kant de zorgvraag stijgt. Daarnaast is er een steeds grotere behoefte om af te stemmen in regio’s en de keten.
Op een gegeven moment kom je in een onmogelijke situatie, waarbij wijkverpleging te duur is geworden voor wat zorgverzekeraars ervoor willen betalen. Moeten we dan maar stoppen met de wijkverpleging? Dat is onverantwoord, want deze vorm van zorg speelt een belangrijke rol in de keten.
Concrete gevolgen van de te lage tarieven
Samenvattend zijn de gevolgen van de te lage tarieven in de wijkverpleging:
- Geen investeringen in wijkverpleging en haar medewerkers
- Innovatieve projecten worden uitgesteld
- Geen geld voor opleidingen van medewekers
- Onvoldoende of geen afstemming en samenwerking met ketenparteners
- Geen investeringen in ICT en thuiszorgtechnologie
Kortom: over de hele breedte daalt de kwaliteit van de zorg, hoe langer hoe meer.
Wat merkt u van deze afbraak van de wijkverpleging?
Niet alleen de wijkverplegers zelf merken deze afbraak. Zij kampen met te hoge werkdruk en worden niet bijgeschoold of opgeleid. Terwijl ze niet of nauwelijks aandacht krijgen van een leidinggevende. Want: dat wordt niet vergoed.
Vroeg of laat gaat u de afbraak ook merken. Het kan zijn dat dat tot nu toe nog niet gebeurd is. Want zorgmedewerkers gaan door het vuur voor hun cliënten. Maar ook hun grote inzet heeft grenzen.
Vroeg of laat merkt u dat er minder wijkverpleging is. Of dat u langer moet zoeken om hulp te krijgen. Of simpelweg ‘nee’ krijgt te horen.
Zijn er oplossingen?
Een oplossing voor de afbraak van de wijkverpleging is een totaal andere bekostiging. Niet meer ‘uurtje-factuurtje’, en tarieven waarin ook bijvoorbeeld zaken als opleiding en afstemming meegenomen zijn.
Daarnaast moeten zorgverzekeraars beseffen dat er een gezamenlijk belang is: dat mensen verantwoord langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Deze ontwikkeling is onvermijdelijk vanwege de vergrijzing én de personeelstekorten in de zorg.
Wijkverpleging en zorgverzekeraars kunnen mensen hier samen bij helpen. Maar beseffen zorgverzekeraars dit? Het is belangrijk om nú een dialoog hierover te starten. En gedeelde verantwoordelijkheid te nemen voor de problemen die er nu spelen.
Kortom: er is een gezamenlijke langetermijnvisie nodig.
Moet u lang(er) wachten op wijkverpleging?
Of is wijkverpleging bij u zelfs niet meer beschikbaar? Dan is er een alternatief: particuliere thuiszorg. Dit is (extra) zorg, die u zelf inkoopt.
Lees over onze particuliere thuiszorg >
Auteur: redactie