Wist je dat coassistenten per uur minder verdienen dan gedetineerden? Klinkt ongelofelijk, maar het is toch waar. Hoe komt dat? En wat zijn de gevolgen?
Omgerekend gaat het om 58 cent per uur. Feitelijk krijgen coassistenten 100 euro per maand vergoeding. Daarvoor maken ze 260 werkdagen per jaar. Ter vergelijking: gedetineerden verdienen 95 cent per uur, voor het werk dat zij in de gevangenis doen.
Opleiding in de praktijk
Coassistenten werken veel en hard. Onder torenhoge druk. Waarom krijgen ze dan slechts een minimale vergoeding? De hoofdreden daarvoor is dat coassistenten werknemers noch stagiairs zijn. Want:
- Ze volgen een opleiding in de praktijk. Ze zijn dus simpelweg studenten. Dus hebben ze geen recht op een stagevergoeding.
- Ze zijn dus ook geen werknemer, omdat het doel van hun werk primair het leren is. Dus hebben ze ook geen recht op het minimumloon.
Maar in de praktijk werken coassistenten dus keihard. Vaak ook op onregelmatige werktijden. Waardoor het heel lastig is om ernaast nog te werken om bij te verdienen.
Gevolg: torenhoge schulden
Dus coassistenten kunnen vaak niet bijverdienen. En krijgen bijna niets voor hun werk als coassistent. Zo bouwen veel studenten hoge schulden op: 60.000 euro of zelfs meer.
Het gaat niet alleen om het collegegeld. Vaak lenen studenten ook bij om bijvoorbeeld hun kamer te betalen.
Het kan decennia duren voordat deze studenten die schulden heeft afbetaald. Dat maakt de studie op zich al veel minder aantrekkelijk voor jonge mensen.
Als coassistenten daarover klagen, horen ze vaak: ‘Ach, maar je gaat later veel verdienen. Dan betaal je dat zó terug, toch?’ Maar dit beeld klopt lang niet altijd.
Ja, medisch specialisten krijgen een heel hoog salaris. Maar slechts 1 op de 3 studenten wordt medisch specialist.
Wordt een student later basisarts? Dan verdienen ze fulltime slechts 3.200 euro bruto. Dat is vergelijkbaar met een ambtenaar. Het kan jaren duren voordat geneeskundestudenten echt grote bedragen krijgen.
Gevolg: kloof tussen arm en rijk
Het hoeft niet te verbazen: door het lage inkomen van geneeskundestudenten, kunnen relatief ‘arme’ mensen de studie nooit betalen. Die krijgen immers minder geld mee van hun ouders. In dat geval móet je wel naast je studie werken. Maar fysiek en mentaal is dat loodzwaar.
Gevolg: burn-outs onder studenten
Een studie geneeskunde is zwaar. De gemiddelde student is er langer dan fulltime mee bezig. Naast de ‘gewone’ werktijden, zijn de studenten ook nog bezig met presentaties voorbereiden, hun werk voorbereiden en tentamens leren.
Heb je als student dan ook nog een bijbaan? Dan heb je helemaal geen tijd meer voor jezelf. Voor sociale contacten, ontspanning…
Daarbovenop komt ook nog de bewijsdrang. Want je moet laten zien wat je kunt. Zodat je kwaliteiten gezien en erkend worden. Om na je studie een goede kans te maken op de baan die je wilt.
En dat terwijl er vaak onaardig gedaan wordt tegen coassistenten. Opzettelijk.
Niet vreemd dus, dat veel geneeskundestudenten met een burn-out kampen en geestelijk uitgeput raken.
Oplossingen
Op korte termijn lijken er geen oplossingen te zijn voor het probleem. Al sinds eind jaren 90 proberen diverse partijen een betere vergoeding te regelen via de cao. Maar vooral werkgevers willen er niet aan. De vergoeding van 100 euro was al een ‘overwinning’ in deze strijd, maar die stelt dus weinig voor.
In het kader van werkdruk geeft het VU geen cijfers meer. In plaats daarvan wordt er beoordeeld op feedback en ontwikkeling van de student. Of dit de druk ook echt verlaagt? Daarover zijn nog geen cijfers.
Een andere oplossing zou een dag zelfstudie kunnen zijn, in plaats van coschappen lopen. Dan hebben studenten meer tijd om te studeren, een bijbaantje te nemen of om beter voor zichzelf te zorgen. In principe een eenvoudige oplossing.
Auteur: redactie Zuster Jansen