In de strijd tegen het coronavirus heeft het kabinet afgelopen zondag drastische maatregelen genomen. Minister Bruno Bruins (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Minister Arie Slob (Onderwijs) kondigden in een persconferentie aan dat alle scholen, kinderdagverblijven, horecagelegenheden en sportclubs hun deuren moesten sluiten vanaf 18:00 uur. Deze maatregelen gelden vooralsnog tot en met maandag 6 april 2020.
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Op donderdag 12 maart werden er al maatregelen aangekondigd, zoals het thuiswerken waar mogelijk en het beperken van sociale aangelegenheden. In eerste instantie werden deze maatregelen getroffen tot en met 31 maart 2020, maar dat is eveneens verlengd naar 6 april 2020. Dit pakket aan maatregelen is het gevolg van een speciaal ingelast spoedoverleg met het ministerie van Volksgezondheid, het ministerie van Onderwijs, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de onderwijssector, ziekenhuisorganisaties en de Federatie Medisch Specialisten (FMS).
Voor sommige ouders (en hun kinderen) worden uitzonderingen gemaakt, omdat zij werkzaam zijn in vitale sectoren. Hierbij kan gedacht worden aan personeel dat werkzaam is in de zorg, politie, brandweer, openbaar vervoer, voedselketen, enz. Deze beroepsgroepen zijn van cruciaal belang om het land draaiende te houden. Toch moeten ook sauna’s, seksclubs en coffeeshops hun deuren gesloten houden.
Minister Bruins benadrukt het belang om alert te blijven. Hij adviseert mensen om te allen tijde 1,5 meter afstand van elkaar te houden en vraagt mensen met klem om niet te hamsteren in de supermarkten.
Toch benadrukte premier Rutte eerder die week dat de scholen open konden blijven. Dit was gebaseerd op het advies van deskundigen. Zij gaven toen aan dat de maatregel op dat moment niet noodzakelijk was om het virus te bestrijden. De scholen moesten in eerste instantie openblijven om te voorkomen dat mensen met vitale beroepen (zoals medisch personeel, dat nu juist zo hard nodig is) noodgedwongen thuis kwamen te zitten. Dat probleem is nu opgelost, want in de persconferentie gaven minister Bruins en minister Slob aan dat kinderen van ouders met vitale beroepen als uitzondering opgevangen moeten worden op scholen en kinderdagverblijven.
Auteur; redactie Zuster Jansen