Uit een onderzoek rapportage van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de eenzaamheid onder WMO-gebruikers (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is toegenomen. Daarnaast denken steeds minder mensen dat ze hun eigen netwerk in kunnen schakelen voor ondersteuning. Evert Pommer, onderzoeker bij het SCP, geeft aan dat hulpverleners meer tijd en ruimte nodig hebben om gesprekken over eenzaamheid te voeren met cliënten.
WMO-gebruikers en taken
WMO-gebruikers krijgen hulp bij taken die bij het dagelijks leven horen. Denk bijvoorbeeld aan huishoudelijke ondersteuning door de gemeente. Het onderzoek toont aan dat maar liefst 20 procent van alle mensen in de WMO zich zeer eenzaam voelen. Het zijn voornamelijk ouderen die dit aangeven. Een mogelijke verklaring voor de toenemende eenzaamheid bij ouderen is de afname van huishoudelijke hulp bij ouderen. De huishoudelijke hulp biedt ouderen een aanspreekpunt en sociaal contact. “Je kunt je voorstellen dat het ermee te maken heeft dat er steeds vaker een beroep wordt gedaan op het netwerk van mensen. Dat er steeds meer op de zelfredzaamheid wordt ingezet. Op een gegeven moment kunnen mensen dat niet meer”, aldus Jeroen Boelhouwer van het SCP. Volgens het SCP daalde het aantal 75-plussers met huishoudelijke ondersteuning met 24 procent.
Echter, in de groep die ook gebruikmaakt van de Jeugd- of Participatiewet lag het percentage mensen dat zich eenzaam voelt zelfs op 22 procent.
Emotionele eenzaamheid
Er wordt door het SCP onderscheid gemaakt tussen twee vormen van eenzaamheid. Bij emotionele eenzaamheid ontbreekt het iemand aan waardevolle, sociale contacten, waardoor iemand zijn of haar hart niet goed kan luchten. Daarentegen is er bij sociale eenzaamheid niet eens sprake van een sociaal netwerk. Deze mensen hebben het gevoel er compleet alleen voor te staan. “Wat we zien is dat die eerste vorm van eenzaamheid, de emotionele eenzaamheid, onder oudere WMO-ers is toegenomen“, zo meldt Boelhouwer. Tevens staan mantelzorgers volgens Boelhouwer onder druk, waardoor het nog lastiger is om waardevolle, sociale contacten te bieden aan eenzame ouderen.
Bovendien is er nog een ander opvallend zorgpunt; steeds minder mensen, slechts 15 procent van de WMO- gebruikers, hebben het idee dat ze beroep kunnen doen op hun eigen netwerk. Dit geldt ook voor mensen die geen voorziening gebruiken; daarbij denkt maar liefst 20 procent geen hulp te kunnen krijgen van hun eigen omgeving als zijn problemen hebben.
Auteur: Karel de Vries, redactie Zuster Jansen