Wanneer de hele dag thuisblijven erg lastig voor u of uw partner is, door bijvoorbeeld dementie of de ziekte van Parkinson, dan kunt u nadenken over dagopvang. Dagopvang brengt mensen op een actieve manier bij elkaar. Dagopvang wordt vaak georganiseerd in een wijkcentrum of op een zorgboerderij. In de meeste gevallen is er een zorginstelling in de buurt.
Dagopvang regelen kunt u doen via de wijkverpleegkundige, de huisarts of door iemand uit het verzorgingstehuis. U kunt er ook voor kiezen om naar uw gemeente te gaan. Dagopvang valt namelijk onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de gemeente is hiervoor verantwoordelijk. Dit is de reden waarom u dagopvang kunt regelen via uw gemeente.
Onderzoek
Zodra u een verzoek voor dagopvang heeft ingediend, gaat de gemeente een onderzoek starten. Uit dit onderzoek blijkt of u daadwerkelijk recht heeft op dagopvang. Dit onderzoek wordt gestart aan de hand van een bezoek aan huis. Iemand van de gemeente komt bij u thuis voor een ‘keukentafelgesprek’ om over uw huidige situatie te praten. In sommige gevallen is dit gesprek telefonisch of moet u zelf naar het gemeentehuis komen met uw mantelzorger. Het is voor dit gesprek erg belangrijk dat u zich goed voorbereidt.
Het keukentafelgesprek
Tijdens het keukentafelgesprek komen er veel verschillende onderwerpen aan bod. Dit zijn vragen als: ‘Wat mankeert u? Wat is uw inkomen of die van uw partner? Heeft u naasten die mantelzorger zijn? Wat doet u op een normale dag?’ Naast deze onderwerpen kijkt de gemeente of u of uw partner al ondersteuning en zorg krijgen vanuit een andere wet. Dit kan bijvoorbeeld verpleging of lichamelijke verzorging zijn vanuit de Zorgverzekeringswet. Zodra er uit het onderzoek blijkt dat u dagopvang nodig heeft, dan is de gemeente verplicht om de dagopvang toe te zeggen.
Na het keukentafelgesprek
Na afloop van het keukentafelgesprek kunt u om een verslag vragen. U kunt dit verslag binnen enkele dagen tot maximaal zes weken ontvangen. Hierin kunt u alles lezen over de gemaakte afspraken en de punten die besproken zijn tijdens het gesprek. De persoon voor wie de dagopvang geregeld wordt, moet het verslag ondertekenen. Dit gebeurt uiteraard alleen als u het ermee akkoord bent. Wanneer u het er niet mee eens bent, kunt u het verslag tekenen als ‘gezien’. U kunt, nadat u met familieleden heeft gesproken, later het verslag alsnog ondertekenen.
Wanneer u iets in het verslag vindt wat niet niet klopt, kunt u in gesprek gaan met de gemeenteambtenaar. Het kan voorkomen dat er een vergissing in staat en deze kan aangepast worden. Wanneer het bezwaar niet weggenomen wordt, kunt u binnen zes weken een klacht indienen bij de gemeente. Bij het Wmo-loket kunt u informeren over hoe u een bezwaar kan indienen.
Dagopvang schriftelijk regelen
Wanneer u toestemming heeft gekregen van uw gemeente, mag u zelf dagopvang regelen. U kunt dit schriftelijk doen. U kunt dit het beste doen door te informeren bij de afdeling Welzijn of bij het Wmo-loket van uw gemeente. Zij weten welke documenten u nodig zal hebben voor de inschrijving en voor de vergoeding van de dagopvang.
Auteur: Karel de Vries, redactie Zuster Jansen